zondag 6 maart 2011

Gewone Brunel


Familie: Lipbloemenfamilie (Lamiaceae)

In andere talen: Prunella vulgaris (Lat), Brunelle commune (Fra), Common selfheal, Heal-All, Heart-of-the-earth (Eng), Kleine braunelle/brunelle, Gewöhnliche braunelle (Dui)

Andere namen: Bijenkorfje, Wilde balsem.

Oorsprong:
De brunel is van oorsprong een inheemse plant en men ziet ze nog regelmatig langs de rand van de heide staan.

Betekenis:
De Nederlandse naam is mogelijk een verbastering van het Latijnse Prunella, en dat komt van Prunus, pruim naar de kleur van de bloemen. We noemen Brunel ook wel Bijenkorfje omdat de vorm ook op een ouderwetse bijenkorf zou lijken.

Culinair:
-

Medisch:
We weten nu dat Prunella wel degelijk een bloedstelpende en wondgenezende werking heeft. En zoals andere looistofplanten ook gebruikt kan worden als gorgelmiddel voor mond- en keelholte. Verder ook tegen diarree. Looistoffen, zou je kunnen zeggen, maken alles wat te los is in het lichaam weer vast.

Als thee (hele plant, 10 minuten laten trekken) gebruikt. Goede combinatie met Kamille en Sint Janskruid.

Groei:
De vaste plant bloeit van mei tot in de herfst. De dichte bloeiwijze is de aanleiding tot de alternatieve naam 'bijenkorfje'. Kan ongeveer 45 cm hoog worden.

Zaaien:
Vermeerderen kan door scheuren in najaar.

Oogsten:
Pluk de hele bloeiende plant en droog die.

Bosaardbei


Familie: Rozenfamilie (Rosaceae)

In andere talen: Fragaria vesca (Lat), Fraisier, Fraises des Bois (Fra), Woodland Strawberry (Eng), Wald-Erdbeere (Dui)

Andere namen: Kleine bosaardbei.

Oorsprong:
De Bosaardbei kreeg in de Griekse en Romeinse Oudheid nauwelijks enige aandacht. Vondsten in neolithische paalwoningen tonen echter aan dat de plant sinds de prehistorie erg geliefd was. De bosaardbei is de wilde tegenhanger van de cultuuraardbei. Maar waar de cultuuraardbei een kruising is tussen soorten, is de bosaardbei een botanische soort. Van bosaardbei komen twee soorten voor: de grote bosaardbei (Fragaria moschata) en deze soort.

Betekenis:
'De naam 'Fragaria', komt van het Latijnse woord 'fraga', dat 'aardbei' betekent. De soortnaam 'vesca', komt van het eveneens Latijnse woord 'vescus', dat staat voor 'zwak' en 'fijn'.

Culinair:
De smaak van een rijp Bosaardbeitje is niet te vergelijken met welke gekweekte vrucht dan ook, het vruchtje lijkt wel geparfumeerd, de geur is een mengeling van amber en rozen, een ware delicatesse.

Zowel de bloemen als de bladeren kunnen aan een groene salade toegevoegd of als garnering gebruikt worden. De kleine vruchten hebben een frisse smaak die ze geschikt maakt voor vruchtensalades en -dranken, siroop en jam en de bladeren zijn geschikt voor toevoeging aan salade.

Medisch:
Het blad kan gebruikt worden bij diarree en andere maag - en darmstoornissen. De vruchten maken de tanden witter en gaan tandsteen tegen. Versterkt de nierwerking, urinedrijvend, blaas - en nierstenen. Thee kan gebruikt worden om te gorgelen bij keelontsteking. Thee helpt verder als kalmeringsmiddel, bloedreinigend.

Thee van het blad heeft ook een reinigende werking op een vette huid en schijfjes van de Aardbei verzachten de huid, vooral na een zonnebrand.
Thee: 2 theelepels gedroogd blad op ¼ liter kokend water, 15 min laten koken, afzeven, 2 a 3 maal daags, lauw opdrinken.
Gaat goed samen met Braamblad, Frambozenblad, Rozenbloemblaadjes, Citroenmelisse.


Groei:
Een zeer sterke plant, bloeit zeer lang, draagt tegelijkertijd vruchten en bloemen, hij kan woekeren via bovengrondse uitlopers. Groeit in bijna heel België en Nederland, vooral in bosgebieden en meestal op een ietwat vochtige zandgrond in gefilterd zonlicht. De plant heeft kleine witte bloemen. De samengestelde, drievoudige bladeren zijn glanzend en hebben een gezaagde rand. De vruchten, eigenlijk zijn het schijnvruchten, verspreiden een zoetige geur. Ze zijn eetbaar, maar zijn kleiner dan die van de cultuuraardbei.

Oogsten:
De bladeren kunt u gedurende de hele groeiperiode plukken, maar niet te veel tegelijk, want anders blijft de plant in groei achter. Bladeren oogsten voordat de planten vrucht dragen. Pluk de vruchtjes zodra ze rijp zijn. Voor gebruik de bladeren drogen op een beschaduwde plaats.