woensdag 23 november 2011

Gele Gentiaan


Familie: Gentiaanfamilie (Gentianaceae)

In andere talen: Gentiana lutea (Lat), (Ar), Gentiane jaune (Fra), Great yellow gentian (Eng), Gelbe enzian (Dui).

Andere namen: Grote gele gentiaan of Gele gentiaan.

Oorsprong:
Inheems in Europese gebergten, waar ze aan te treffen is op hoogten tot 2200 meter. In België en Nederland komt de soort niet voor. De plant is, net als alle gentiaansoorten, beschermd in de landen waar ze in Europa voorkomt.

Culinair:
-

Medisch:
Voor medische doelen wordt de plant gebruikt als bittermiddel, zoals eetlustopwekkend middel. In de volksgeneeskunde gold het als medicijn tegen koorts, jicht, hypochondrie, malaria, darmparasieten en alcoholisme.

Thee: Van de wortel wordt gentiaanthee gemaakt. Thee: 1 theelepel fijngesneden wortel overgieten met ¼ liter water en 5 min laten koken. Voor de maaltijd half warm drinken.

Gezoet met honing of vruchtensap is het als eetlustopwekkend en versterkend middel vooral in Midden-Europa populair.

Groei:
Meerjarige kruidachtige plant die 0,5 - 1,5 meter hoog wordt. De plant groeit langzaam, pas na 10 jaar komt ze tot bloei. Daar staat tegenover dat ze 40 tot 60 jaar oud kan worden. Elke plant brengt ongeveer 10.000 zaden voort. Bloeitijd is in juli – september. Wordt niet vaak in de tuin verbouwd; het heet een moeilijke plant te zijn.

Bijzonderheden:
Verdeling door worteldeling. Poten in het voorjaar. Rooien in het najaar. De wortel in wind en zon drogen.

Moerasspirea


Familie: Rozenfamilie (Rosaceae)

In andere talen: Filipendula ulmaria (Lat), إكليلية المروج (Ar), Reine-des-prés, Fausse spirée (Fra), Meadowsweet (Eng), Echte mädesüß (Dui).

Andere namen: Olmkruis, Geitebaardkruid.

Oorsprong:
Europa.

Betekenis:
De Latijnse naam komt van filium (draad) en pendere (hangen), naar de 'hangende' wortelknolletjes. Het woord Moeras geeft de groeivoorkeur van deze plant aan, een vochtige plek. Het woord Spirea is niet èènvoudig te verklaren Misschien heeft het iets te maken met het Griekse Spirea wat "spiraal" betekent.

Culinair:
De bloeiende toppen worden gebruikt maar soms ook alleen de bloemen, welke ook in gerechten gebruikt wordt vanwege zijn lichte amandelsmaak. Bloemen lekker bij jam, gelei en compote.

Medisch:
De plant bevat salicine. Wat de basis is voor Acetylsalicylzuur oftewel Aspirine. Men gebruikte deze plant al lang in de volksgeneeskunde. Vroeger werd de plant gebruikt als middel tegen gal- en nierziekten, maar ook tegen jicht en zenuwpijn. De bladeren en bloemen werden gedroogd om thee van te trekken die bij koorts gegeven werd.

De plant heeft pijnstillende, koortsverlagende en ontstekingsremmende eigenschappen en werd gebruikt tegen malaria en buikloop, tegenwoordig wordt een aftreksel van de bloemen (thee) nog gebruikt bij griep en verkoudheid.

Thee:
5-10 gr. met 1 kopje kokend water overgieten, 2 à 3 kopjes per dag. Overdosering kan tot overgeven of maagklachten leiden.

Voor maagproblemen gaat goed samen met Heemst, Smeerwortel en Zoethout. Kan ook samen met Heemst, Kamille en Echt Duizendguldenkruid.

Groei:
Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge, vaste plant. De bloemen vormen schermvormige trossen die bloeien van juni tot in augustus en september. De wortels, bladeren en bloemen kunnen gedroogd worden.

Zaaien:
Vermeerderen vindt plaats door worteldeling.

Oogsten:
De bloeiende toppen worden vanaf juni in volle bloei geoogst en moeten snel worden gedroogd.

Bijzonderheden:
Je kunt de bloesem ook gebruiken in de stofzuiger om zo een aangename geur door het huis te verspreiden. De bloemknoppen worden ook veel gebruikt in de parfumindustrie.