vrijdag 18 februari 2011

Brave Hendrik


Familie: Amarantenfamilie (Amaranthaceae)

Andere namen: Lammerkensoor, Veldspinazie.

In verschillende talen: Chenopodium bonus-henricus (Lat), Chénopode bon-henri, Epinard sauvage (Fra), Good King Henry, Poor-man's Asparagus, Perennial Goosefoot, Lincolnshire Spinach, Markery (Eng), Guter Heinrich, Wilder Spinat (Dui)

Oorsprong:
De plant komt in Nederland voor in Limburg (vooral in bosrijke omgeving), Zuid-Holland, Gelderland en Overijssel. De brave hendrik komt voor op bewerkte, vochtige, zeer stikstofrijke grond rondom boerderijen, mesthopen en plekken waar geürineerd wordt.

Betekenis:
Chenopodium is afgeleid van Chen (Grieks) en betekent "gans". Dit vanwege de vorm van het blad (net zoals de rest van de Ganzevoetfamilie) die op de voeten/pootafdruk van een gans lijken.
Bonus (latijn) betekent "goed/braaf", en henricus is de vertaling van Hendrik.

Culinair:
De Brave hendrik is een zeer oude groente, waarbij de geplukte bladeren maar één dag bewaard kunnen worden. De jonge bladeren kunnen als spinazie gegeten worden en de jonge scheuten kunnen als een soort asperges klaar gemaakt worden. Bladeren bevatten wel saponinen, die echter geen kwaad doen, aangezien ze slecht door het lichaam worden opgenomen. Ook door het koken worden ze afgebroken.

Het kruid wordt veel gebruikt in de Mexicaanse en Caribische keuken, bijvoorbeeld in bonengerechten, om het carminatieve effect, dat flatulentie tegengaat.

Medisch:
De thee wordt gebruikt tegen darmstoornissen. Mensen met reuma, artritis, jicht, nierstenen mogen de plant niet eten.

Groei:
De meerjarige plant wordt 15-60 cm hoog en bloeit van mei tot augustus met een vrij korte, sterk vertakte bloeiwijze.

Zaaien:
Zaaien in de lente in goed losgemaakte grond.

Oogsten:
Oogst het blad of de jonge scheuten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten