woensdag 26 januari 2011

Boekweit


Familie: Duizendknoopfamilie (Polygonaceae)

In verschillende talen: Fagopyrum esculentum (Lat)نْطةٌ سَوْداءُ (Ar), Sarrasin, Blé noir (Fra), Buckwheat (Eng), Echter buchweizen (Dui)

Oorsprong:
Boekweit is een cultuurgewas dat waarschijnlijk afkomstig is uit een tamelijk droog deel van China en meer in het bijzonder een gebied grenzend aan Mantsjoerije, Mongolië of Tibet. Boekweit is afkomstig uit Centraal- of Oost-Azië en werd volgens sommige geleerden via de zijderoute door de Mongolen aan het eind van de Middeleeuwen naar Oost-Europa gebracht en later van daaruit naar Midden- en West-Europa.Boekweit werd gedurende enkele eeuwen in Europa op vrij grote schaal verbouwd, maar wordt thans nauwelijks nog geteeld.

Betekenis:
De botanische naam Fagopyrum betekent beuktarwe (fagus = beuk (de boom) en puros = tarwe). In gewestelijk Nederlands staat boek voor beuk en weit voor tarwe. In andere talen kent boekweit overeenkomstige namen: 'bokwiet' (Afrikaans), 'buckwheat' (Engels), 'Buchweizen' (Duits) en 'boghveden' (Deens).

Culinair:
Boekweit is een 'pseudograan': de zaden, het meel en alle andere afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten. Boekweitmeel bevat veel magnesium, kalium en fosfor. Het is voedzaam en licht verteerbaar. Het meel ervan kan goed worden gemengd met dat van granen. Pannenkoeken van zo'n mengsel smaken voortreffelijk. Geroosterde boekweitkorrels heten ook wel 'kasha' en zijn bekend uit de Oost-Europese keuken. Voor het bakken van brood is het minder geschikt, het kan alleen in kleine hoeveelheden toegevoegd worden.

Boekweitzaad kan lichtgekleurd (alleen gedroogd) of bruin (gedroogd en geroosterd) zijn, beide soorten kunnen gekookt worden in water, vruchtensap of bouillon. De harde, onverteerbare omhulsels van de boekweitzaadjes worden voor consumptie altijd verwijderd. Boekweitzaad heeft een enigszins nootachtige smaak, die door roosteren versterkt wordt. De grutten (gepelde zaden) werden gebruikt om er pap van te maken. De grutten werden in water geweekt, dan gekookt en tot slot werd er karnemelk bij gedaan, om het schiften tegen te gaan.

Medisch:
Tegenwoordig wordt het ook geteeld voor de geneeskunde.

Groei:
Het is een eenjarige plant met een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, rode stengel. De bloei begint al in een jong stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door. Op arme gronden bereikt boekweit een hoogte van 50 cm. Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten. Het eetbare zaad zit aan dunne steeltjes die in rijpe toestand makkelijk loslaten. Het heeft een meel- en eiwitrijke inhoud, overeenkomend met die van klaver. Het oogsten gebeurt eind augustus of begin september.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten